Vissenmonitoringsonderzoek
Het is ongelooflijk wat er in de afgelopen jaren al ontdekt is in de Leidse grachten
- Steeds meer exoten en steeds minder fietsen en ander afval.
- Bewoners, instanties en ook de media zijn dolenthousiast na het zien van de mooie onderwaterbeelden op deze website.
- Daarom bestudeert Onder water in Leiden, geadviseerd door de lokale KNNV-afdeling en andere instanties het onderwaterleven inmiddels in veel meer wateren in de stad.
- Projectleider Aaf Verkade mag dit met speciale toestemming ook snorkelend doen.
Biodiverse onderwaterwereld: een schatkamer aan informatie
- "Bewoners onderzoeken bewoners", leerzaam, leuk en goed voor de buurtcohesie!
- NIEUW in ontwikkeling: de CanalCam! 24/7 live beelden uit de gracht: wie wil dat niet volgen? Steun ons intitiatief en kijk mee vanachter je laptop, pc of mobiel.
- Welke diersoorten leven er in het water voor je deur? Kijk in het menu hierboven op 'jouw wijk,' of het stadswater in jouw wijk al snorkelend onderzocht is of gaat worden.
- Hoe maken de waterdieren gebruik van de waterplanten, doodlopende stukjes met stilstaand water en kunstriffen zoals winkelwagens?
- In de groene wijken op de kaart hiernaast is al eens snorkelend of via het Slootjescheppen XL onderzoek gedaan naar het onderwaterleven.
Wat we nu al weten
- Uit de waarnemingen van 2010 tot en met 2024 is gebleken, dat er minimaal 26 verschillende vissoorten en vier kreeft- en krabbensoorten zijn aangetroffen.
- En de aal, rivierdonderpad (inmiddels lokaal uitgestorven), de kleine modderkruiper en zeeprik horen bij de meest bijzondere en waardevolle vissoorten in de stad
- In mei 2015 werd twee keer de bot gespot (een zoet-/zoutwatersoort, dus geen dwaalgast)
- Bovendien zijn er vier soorten moerasschildpadden gezien en gefotografeerd, waaronder ook kruisingen
- Lees hier het artikel in Natura (van de KNNV) dat over ons onderzoek verscheen in juni 2017
Waar we ons verder in willen verdiepen
- Zijn er nog rivierdonderpadden over in de stadswateren, na de influx van alle exotische grondels en kreeften?
- Zijn er nog méér exotische vissoorten in Leiden, dan de reeds ontdekte marmer-, zwartbek- en Kaukasiche dwerggrondels?
- Zwemmen de meervallen steeds dieper de stad in (ja!)
- Zitten er nog meer beschermde soorten uit de Natuurwet bij (grote modderkruiper, bittervoorn (ja!) e.a.)?
- Zitten de gevlekte en rode Amerikaanse rivierkreeft en Chinese wolhandkrab overal in Leiden?
- Hoeveel schildpadden telt elk 'afgesloten' watergebied? Zijn het er meer dan drie, leggen ze al eieren? We doen dit voor onze onderzoekspartner stichting RAVON
Onderzoeksvragen en antwoorden
Hoeveel van de ontdekte soorten maken van het visreservaat gebruik om er te paaien?
Antwoord:
De huidige cijfers geven aan: ten minste 13 soorten:
- baars
- blankvoorn
- brasem
- karper (in elk geval om er te amoureuze banden te smeden)
- marmergrondel
- rivierdonderpad
- rietvoorn
- snoek
- zeelt
- zwartbekgrondel
- en de gevlekte en rode Amerikaanse rivierkreeft
Waarom een Smoelenboek van herkenbare vissen?
Veel verschillende grote vissen én de kleinere rivierdonderpad worden al individueel herkend door de onderzoekers.
Antwoord:
- Dit biedt mogelijkheden om diverse zaken nader te bestuderen, zoals:
- De interactie met soortgenoten (denk aan het groepsdier zeelt).
- De territoriumgrootte per dier (denk aan de solitaire snoek).
- Wondheling (na bijvoorbeeld een gevecht).
- Bewoners boven water krijgen eerder 'een band' met de bewoners onder water als ze die ook werkelijk op individueel niveau leren kennen. Vaak gaan ze dan nóg beter voor hun eigen leefomgeving zorgen en daarmee ook voor het 'huis van de vis'.
Waar heeft het succesvol terugzien van individuele vissen mee te maken?
Antwoord:
- Met de natuurlijke verspreiding in de stad, doordat alle waterwegen in verbinding staan met elkaar.
- Het feit of de soort territoriumgericht is (zoals zeelt - zoals naar alle waarschijnljikheid uit het vissenmonitoringsonderzoek in Havenwijk-Zuid blijkt)
- Of verstoring (door bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden en kademuurrenovatie) in het onderzoeksgebied plaatsvinden
- En uiteraard ook met het aantal (snorkel-)monitoringsrondes. In sommige jaren zijn dat er 25 in de wijk, andere jaren meer dan 50.
Kan de populatiegrootte per diersoort vastgesteld worden m.b.v het Smoelenboek?
- ...en zo ja, nemen de populaties dan in grootte toe of af?
- Daarvoor is meerjarig onderzoek nodig, ten minste vijf jaar.
- Voor de rivierdonderpadden (zie tekening hierboven) geldt dat ze zeer sterk in aantal afnemen, op alle onderzoekslocaties. Oorzaken: o.a. verstoring door vervuiling (bouwwerkzaamheden en zwemmende honden in voorheen heldere slootjes), predatie door de invasieve exoten zwartbekgrondel en rivierkreeft en concurrentie om schuil- en voortplantingsplekken (marmergrondel, zwartbekgrondel).
Wat kunnen de oorzaken zijn van een geslonken populatie?
Te denken valt aan:
- Natuurlijke oorzaken zoals ziekte, extreme watertemperaturen (zuurstofgebrek) en kroosvorming (zuurstofgebrek)
- Menselijke factoren, zoals vangst zonder terug te zetten, vergeten het water voldoende door te laten stromen bij (bagger-)werkzaamheden (zuurstofgebrek), uitheemse soorten uit te zetten die ofwel prederen op inheemse soorten dan wel nieuwe ziekten bij zich dragen.
- Deze lijst is verre van compleet, maar het geeft je een indruk hoe divers de oorzaken kunnen zijn van een afname van populaties.
- Meerjarig wetenschappelijk onderzoek, waarbij verschillende partijen samenwerken en maatregelen treffen, kunnen de de populaties wellicht weer een beetje vooruit helpen.
Heeft de watertemperatuur invloed op de komst van karpers naar de wijk?
Zo ja, wat is die kritieke temperatuur dan? (Dit zou kunnen samenhangen met warmere paaiwateren buiten de wijk.)
Mogelijk antwoord:
- de watertemperatuur heeft in elk geval ook invloed op de komst van de karpers naar het onderzoeksgebied.
- In 2013 waren ze 10 weken later dan in 2012, mogelijk vanwege het lange, koude voorjaar.
- In 2014 zagen we er begin april (vroeg in het jaar) en medio oktober ('laat' in het jaar) nog eentje zwemmen.
- In 2015 werd de eerste pas op 20 juli gespot.
- In 2019 waren ze op 3 en 4 juni reuze actief, met ten minste 8 individuen. De watertemperatuur was toen iets meer dan 20 graden om 06 uur 's morgens. Ze waren na 4 juni weer vertrokken naar ondiepere wateren, om daar hun eieren af te zetten. N.a.w. heeft de opwarming van het klimaat en daarmee het grachtenwater invloed op de komst van de dieren naar onze wijk voor paairituelen.
Waarom zijn er zo weinig zeelten geteld in 2012?
Het aantal waarnemingen was op één hand te tellen, i.t.t. de tientallen waarnemingen in 2011.
- Mogelijk antwoord: In 2013 is met hulp van sportvisser en vissenmonitor Denzell een speciale paaiplek ontdekt in de wijk, waar zich veel individuen ophouden als het water warmer is dan 23 graden.
- Daar werd nog niet eerder snorkelend gemonitord, vandaar wellicht het lage aantal waarnemingen in 2012.
- En inderdaad: in de jaren erna wordt er 's zomers volop zeelt gezien, waaronder veel bekende individuen! Zie daarvoor ook het Smoelenboek.
Zijn er elk jaar evenveel Chinese wolhandkrabben?
- In 2010 zijn ze volop gezien, in 2011 en 2012 geen enkel exemplaar, ook geen dode.
- Gelukkig zijn er in 2013, 2014 en 2015 weer enkele gespot, zowel levende als dode.
- "Wolhandkrabben zijn trekkers. Ze gaan als jonge krab vanuit zee naar de bovenloop van rivieren en trekken als volwassen krab in september en oktober weer naar zee om te paren, eieren te leggen en na het uitkomen van de larven te sterven.
- de Chinese wolhandkrab (2011)Het ene jaar zijn er meer dan het andere, daar zit een vreemde, nog niet verklaarde cyclus van 25 jaar in.
- Van heel algemeen, zeg maar een plaag vormend, tot zo goed als uitgestorven!
- In het land van herkomst erkent men deze cyclus nog niet en daardoor worden ze in rivieren van de Mekong met uitsterven bedreigd omdat ze ook in arme jaren gevist worden!"
Hoe zit dat met het komen en gaan van snoeken in het onderzoeksgebied?
Ofwel: Vertrekken de snoeken uit het visreservaat om elders te paaien, of komen hun partners hier juist heen omdat er voldoende waterplanten zijn om de eitjes in te leggen?
-
Antwoord 1:
- In 2013 zijn maar weinig individueel herkende snoeken uit 2010-2012 teruggezien, en al helemaal niet op hun 'vaste locaties' uit 2012.
- In 2014 vonden we één bekende snoek (Snoek-11) dood terug in de wijk.
- Antwoord 2: Anno 2015 lijkt het er sterk op dat de meeste volwassen snoeken (beide seksen) vertrekken uit de wijk voor de paai. Ze komen daarna wel weer terug, maar moeten dan opnieuw territorium vinden en verdedigen.
- Verwondingen zijn dan ook vaak zichtbaar in april-mei. Dat maakt wel weer, ze duidelijker individueel herkenbaar zijn, zolang de wonden nog niet zijn geheeld!
- We hebben gezien dat (erg) jonge snoekjes in het visreservaat de beschutting van de waterplanten gebruiken om zich te verschuilen voor m.n. elkaar (snoeken zijn rovers, die elkaar ook wel opeten). Maar of ze in de wijk geboren zijn of ernaartoe trekken nadat ze geboren zijn buíten de wijk, dat kan allebei.
Waarom worden er in het voorjaar vaak meerdere dode (grote) snoeken gevonden?
- Er zijn in 2013 binnen korte tijd vijf grote volwassen snoeken dood gevonden in/nabij het onderzoeksgebied.
- Ook in 2014 vonden we in april/mei een aantal grote dode snoeken, maar gelukkig niet zoveel als het jaar ervoor.
- Datzelfde geldt voor 2016 en 2018.
- Het zijn in de meeste gevallen vrouwelijke dieren.
- Die gaan al vroeg in het jaar paaien. Ze leggen dan miljoenen eitjes en dat kost veel energie. Als er vanwege de winterperiode weinig prooivis rondzwemt, kunnen ze het energieverlies door het afpaaien en koude water niet meer aan en sterven ze.